De plannen die het kabinet presenteerde op Prinsjesdag geven weinig perspectief voor de mensen die het financieel het zwaarst hebben. De koopkrachtplaatjes staan weliswaar in de plus, maar de laagste inkomens kunnen de tekorten nauwelijks inlopen. Voor hen verandert er in de praktijk weinig: de mensen in de diepste armoede blijven in de knel.

Volgens het Armoedefonds ligt de nadruk opnieuw te veel op het bekende spelletje van ‘iedereen gaat erop vooruit’. “Dat klinkt geruststellend, maar 0,1 procentpunt meer dan andere groepen betekent voor mensen in diepe armoede nog steeds een lege koelkast en een energierekening die niet betaald kan worden”, zegt Henk de Graaf, directeur van het Armoedefonds. “De koopkrachtkermis is elk jaar dezelfde show zonder structurele verandering. Het is een voorbeeld van elk minnetje vermijden, maar mensen in armoede niet écht vooruithelpen.”

Het Armoedefonds roept de politiek op om werk te maken van structurele maatregelen. Beginnend met het verhogen van het sociaal minimum, het versterken van lokale armoedehulp en het investeren in de financiële weerbaarheid. Huishoudens met het grootste inkomenstekort moeten vooruitgeholpen worden.

De Graaf: “De diepste armoede aanpakken vraagt om meer dan koopkrachtplaatjes. Het gaat er niet om of de grafieken netjes in de plus staan, maar of mensen in de praktijk voldoende besteedbaar inkomen hebben om hun huur, boodschappen en energierekening te betalen.”