Armoede in Nederland

Hoewel Nederland tot de rijkste landen van Europa behoort, is ook hier armoede. Één op de drie huishoudens heeft wel eens moeite om rond te komen.

Zo’n 1 miljoen mensen in Nederland leven in armoede. Zij moeten een beroep doen op inkomensondersteunende maatregelen en armoedehulporganisaties. Armoede leidt tot sociale uitsluiting, stress, schulden, gezondheidsverschillen en minder goed kunnen leren op school.

Wat is armoede?

Mensen leven in armoede wanneer ze niet voldoende geld hebben om dat te kopen en te doen wat in de samenleving als minimaal noodzakelijk geldt (Sociaal en Cultureel Planbureau).

We spreken in Nederland over absolute armoede als mensen leven onder de lage inkomensgrens en bijvoorbeeld niet beschikken over (gezond) voedsel, huisvesting, toegang tot gezondheidszorg (bijvoorbeeld een zorgverzekering) of geen mogelijkheden hebben om verder te leren na de verplichte schoolperiode.

Relatieve armoede verwijst naar de levensomstandigheden van een individu of groep in verhouding met zijn/haar omgeving.

Sociale armoede betekent dat mensen niet mee kunnen doen aan het normale maatschappelijk leven omdat er geen geld is voor een sportclub of vereniging, voor schoolactiviteiten of een uitstapje van de bejaardenvereniging of bijvoorbeeld voor toegang tot internet.

Mensen lopen voornamelijk aan tegen de stijging van huishoudelijke uitgaven of schulden. Ook hebben veel mensen geen financiële buffer. De energierekening en de kosten voor zorg of de tandarts zijn andere bronnen van financiële problemen. 

 

Armoede in Nederland

Lage inkomensgrens?

Bij een inkomen onder de lage inkomensgrens spreekt het CBS van een huishouden met een laag inkomen of van een huishouden met risico op armoede. De grens voor een alleenstaande ligt op zo’n 1.500 euro per maand. De afgelopen jaren neemt het aantal mensen onder de lage inkomensgrens gelukkig af. Toch blijkt uit onderzoek van het Armoedefonds dat meer mensen aankloppen voor hulp bij armoedehulporganisaties.

Armoede niet altijd zichtbaar

Er is veel ‘stille’ armoede: het is vaak niet zichtbaar dat mensen hun huur niet meer kunnen betalen of kinderen zonder ontbijt de deur uit moeten. Terwijl achter de voordeur de rekeningen en de schulden wel kunnen oplopen. Het sociale vangnet in Nederland wordt steeds kleiner. Steeds meer mensen moeten een beroep doen op maatschappelijk werk, ouderenzorg, sociale uitkeringen, jeugdzorg, studiefinanciering, ondersteuning van kerken en de hulp van lokale armoedehulporganisaties. 8% van de armoedehulporganisaties werkt daardoor noodgedwongen met een wachtlijst. 

Ipsos I&O constateert dat meer dan 885.000 Nederlanders wel eens te weinig eten heeft doordat zij dit niet kunnen betalen. Van hen zitten 450.000 mensen in verborgen voedselnood. Zij hebben niet voldoende geld voor eten en krijgen geen voedselhulp terwijl ze daar wel behoefte aan hebben. Door de stijgende prijzen maken meer mensen zich zorgen of zij en hun gezin wel voldoende geld voor (gezond) eten hebben. 

Langdurige armoede

Nog steeds leeft een grote groep mensen langdurig in armoede. We spreken van langdurige armoede als iemand al ten minste vier jaar of langer in armoede leeft. Van de huishoudens met een laag inkomen moesten er 129.000 al ten minste vier jaar achtereen van een laag inkomen rondkomen. Eenoudergezinnen, alleenstaanden tot aan de AOW-leeftijd, huishoudens met een niet-westerse achtergrond, mensen in de bijstand of mensen met een praktische opleiding kampen vaker met (langdurige) armoede.

Een vijfde van huishoudens heeft een buffer

Een huishouden met een laag inkomen kan door een vermogensbuffer toch voldoende financiële middelen hebben om in de basisbehoeften te voorzien. De vermogensbuffer moet dan wel direct beschikbaar zijn. Één op de vijf mensen heeft geen of weinig financiële buffer. Hierdoor zijn zij niet of nauwelijks in staat om een tegenslag op te vangen.

Hierdoor kunnen schulden ontstaan. Steeds meer mensen kloppen aan voor hulp bij schulden en andere geldproblemen, aldus Humanitas. Ook werkende mensen en mensen boven bijstandsniveau vragen komen in de financiële problemen terecht. 

Kwetsbare groepen in Nederland

1 op de 13 kinderen leeft in armoede

Zo’n 230.000 kinderen groeien op in armoede. Dat zijn gemiddeld 2 of 3 kinderen per klas. Maar dit gemiddelde is niet gelijk verdeeld. In sommige wijken gaat het om hele klassen. In Nederland gaan dagelijks zo’n 29.000 kinderen zonder ontbijt naar school. 

Mensen in de bijstand lopen grootste risico op armoede

40 procent van de huishoudens die voornamelijk van een bijstandsuitkering of een verwante sociale voorziening (bijvoorbeeld een Wajong-uitkering) moesten rondkomen, had in 2022 een laag inkomen. 27 procent van de mensen met een bijstandsuitkering had bovendien al minstens vier jaar een laag inkomen. Ook onder ontvangers van een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering lag het aandeel huishoudens met een laag inkomen ruim boven het landelijk gemiddelde van 4,4 procent. Een groep die vaak wordt vergeten zijn de mensen die een betaalde baan hebben, maar te weinig verdienen om van rond te komen. Werk wordt als hét middel gezien om uit de armoede te komen, maar dit lukt niet altijd. 

Alleenstaanden tot AOW-leeftijd lopen grootste armoederisico.

Van alle huishoudenstypen is het armoederisico onder alleenstaanden tot de AOW-gerechtigde leeftijd met bijna 10 procent het grootst. Daarna volgen de eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen: 9 procent van hen liep in 2022 risico op armoede. De laagste risico’s zijn voorbehouden aan paren vanaf de AOW-leeftijd zonder kinderen (1,2 procent in 2022) en aan paren onder de AOW-leeftijd met ten minste één meerderjarig kind (1,3 procent in 2022).

Er zijn ook arme pensioenontvangers

Ruim 1 op de 100 pensioenhuishoudens had in 2022 al ten minste vier jaar een laag inkomen. Merendeels betreft het dan huishoudens met een onvolledige AOW-opbouw. 

Gevolgen van armoede

Armoede heeft vergaande gevolgen voor iemands leven. Armoede zorgt bijvoorbeeld voor minder kans op een opleiding, heeft betrekking op je woonsituatie en je gezondheid. Schaamte, sociaal isolement, eenzaamheid, stress en depressies kunnen een gevolg zijn van armoede. 

    Armoede is slecht voor je gezondheid

    Mensen met een laag inkomen hebben vaker last van een stapeling van gezondheidsproblemen en hebben over het algemeen een minder goede gezondheid. Mensen mijden een medisch specialist of bijvoorbeeld de tandarts. Ze zijn bang voor de kosten die dit met zich meebrengt. Vergeet ook zeker niet de verplichte eigen bijdrage in de ziekte kosten en medicijnen die niet worden vergoed, ook deze kosten zorgen ervoor dat mensen minder snel medische hulp inschakelen. 

    Armoede geeft stress

    Constante, langdurige stress heeft een negatief effect op de mogelijkheid om een goede keuze te maken.

    • Chronische stress is slecht voor lichaam een geest. Dit vergroot het gevaar op hart- en vaatziektes en de kans op overgewicht.
    • Men heeft minder denkkracht en maakt meer korte termijn besluiten. Mensen hebben ’teveel aan hun hoofd’. De acute geldproblemen nemen je in beslag, daardoor is er minder aandacht voor de lange termijn en is men alleen bezig met diens primaire behoeften.
    Mogelijkheden om deel te nemen aan de maatschappij nemen af

    Ook kan armoede er voor zorgen dat iemand in een maatschappelijk isolement raakt. Door een beperkt budget nemen de mogelijkheden om deel te nemen aan activiteiten af. Je doet minder makkelijk mee aan sociale uitjes of kunt het vervoer hierheen niet betalen. Ook de kosten voor een telefoon, computer of internet zorgen ervoor dat je minder goed mee kunt doen. De mogelijkheid om ergens te komen, contact te leggen of jezelf te voorzien van informatie wordt daardoor ook een stuk lastiger. Door dit alles voelen mensen die in armoede leven zich vaker eenzaam. 

    Gevolgen voor kinderen die opgroeien in armoede

    Bij kinderen die opgroeien in een gezin met financiële problemen is er vaak onvoldoende geld voor schoolspullen, een vakantie, spellen of speelgoed, uitjes buiten de deur of budget om de verjaardag te vieren. Ze sporten minder, volgen minder muziekles en gaan minder vaak een dagje naar de speeltuin. Die activiteiten buiten de deur kosten namelijk geld. Kinderen uit een laag-inkomensgezin nodigen ook minder vaak vrienden uit, bijvoorbeeld voor een verjaardag, om te spelen of te blijven eten. 

    Soms is er bij deze kinderen thuis geen geld voor een (goed) ontbijt. Zonder ontbijt naar school leidt tot concentratieproblemen en minder leervermogen. Maar daarnaast levert het ook stress en schaamte op. Kinderen in armoede durven vaak geen informatie te delen over hun thuissituatie. 

    De gezondheid van kinderen die opgroeien in armoede is vaak minder goed. Hoe langer een gezin met geldzorgen leeft, hoe meer kinderen en jongeren gevoelens van angst en afhankelijkheid hebben. Kinderen krijgen de stress van hun ouders mee. Ook zijn ze zich er vaak bewust van dat alles geld kost en dat hun ouders niet genoeg geld hebben. De gevolgen zijn naast mentaal ook fysiek: zoals hoofdpijn, buikpijn of vermoeidheid. Door de stress kunnen je hersenen minder goed ontwikkelen en dat heeft effect op je schoolprestaties.

    Kinderen die opgroeien in gezinnen waar armoede is, kunnen niet zomaar de school kiezen die ze leuk vinden. Sommige scholen stellen bijvoorbeeld een bepaald merk laptop of een iPad verplicht. Dat is soms een reden om voor een andere school te kiezen, verder weg of misschien minder goed aangeschreven.  

    Volg Armoedefonds op social media